Translate

zaterdag 13 oktober 2012

De schoonheid van het leven (5), het geestelijk lichaam

 



Zonder het geestelijk lichaam zou de mens na een mooi, moeilijk of ellendig leven sterven, en er zou niets meer van hem vernomen worden in de eeuwigheid.
Het geestelijk lichaam is een groot en luisterrijk geschenk van God aan de mens. En het allerbelangrijkste geschenk.

Zijn “Mijn God” (als architect) en de ziel (als medeschepper en aannemer) bouwen aan dit geestelijk lichaam vanaf de conceptie tot aan de dood.

Zo groeit naast het wonderschone fysieke lichaam, naast de rijkdom van het emotionele lichaam en naast de wonderbaarlijke kwaliteiten van het mentale lichaam een substantie, een wezen, een eeuwig schepsel, dat zelfstandig en onafhankelijk van de dood verder gaat in de eeuwigheid.

Waarlijk het wonder van God.
Waarlijk een genade.
Waarlijk een gift.
Waarlijk een zegen.
Waarlijk een geheimenisvol instrument.
Waarlijk de enige gelegenheid voor het aardse schepsel om zich te scharen onder de hemelse wezens als engelen, geesten, heiligen en Goden.

Hoe ziet dit geestelijk lichaam eruit, terwijl de mens opgroeit op aarde?
Dat hangt er dus vanaf.
De vrije wil van de mens, zijn ervaringen en diens medewerking aan het leven hebben grote invloed op de uitstraling, de kenmerken, de schoonheid van zijn geestelijke lichaam.

Ik beschrijf jullie het geestelijke lichaam van een eenvoudige boer.
De liefde van deze man voor de natuur, zijn land, zijn dieren. Zijn respectvolle houding naar zijn vrouw, zijn zorgzaamheid voor zijn kinderen, zijn oprecht respect voor zijn God en zijn mildheid voor mensen in zijn omgeving met moeilijkheden maken, dat zijn geestelijk lichaam het voorkomen heeft van een engel, van een wijze, een rechtvaardige, van een boodschapper van God.
En mensen in zijn omgeving voelen dit, komen graag bij hem en worden door hem gesterkt. Ook al is dit een ideaal voorbeeld, weet, dat er meer van deze mensen rondlopen dan jullie denken.
Dit voorbeeld was er een van een goed mens, zijn overgang na de dood zal moeiteloos en vreugdevol zijn.

Het geestelijk lichaam is onzichtbaar, maar tegelijkertijd voor de medemens heel tastbaar door zijn energie, zijn uitstraling, zijn sfeer.
En in Onze ogen zijn daarom alle daden, alle gedachten, alle gevoelens, alle geheime fantasieën volstrekt zichtbaar. Jullie zijn voor ons werkelijk een open boek, en juist daarom kunnen Wij zo goed en efficiënt met jullie “werken”.

Mensen, die uit vrije wil lelijke daden plegen tegen hun innerlijk, hun medemens en tegen het leven, bouwen ook aan een geestelijk lichaam. Het groeien van een geestelijk lichaam gaat altijd door, in opdracht van God. Maar hun geestelijk lichaam gaat er dan wel wat anders uitzien.

Zie bij voorbeeld http://watchthegod.blogspot.be/2012/07/ook-een-nazi-wordt-uiteindelijk-een.html .

Omdat We het over de schoonheid van het leven hebben, laten We dit onderwerp hier rusten.

Wanneer jullie als mens iets ervaren, overdenken, voelen, heeft dit automatisch zijn weerslag op het geestelijk lichaam. En moeilijkheden des levens, ziekte en dood kunnen, maar dat hoeft niet altijd, bijdragen aan de schoonheid van het geestelijk lichaam.

Bij voorbeeld:
  • Een hooghartig mens, die door een ernstige ziekte milder is geworden.
  • Een egocentrisch mens, die na de dood van een dierbare de liefde van zijn medemens ondervindt en diep geraakt wordt door hun steun. En daardoor meer open wordt.
  • Een materialistisch mens, die al zijn bezittingen kwijtraakt en dan ontdekt, dat er nog andere dingen in het leven zijn.
  • Veel kan bijdragen aan de schoonheid van jullie geestelijke lichaam, en Wij in de geest, zouden het zeer waarderen als jullie je vaker afvroegen: “wat betekent dit voor mijn geestelijk lichaam? Is dit een verrijking of is dit een smet”?
Want weet, dat jullie na de dood niet met lege handen staan, maar jullie zullen tegelijkertijd niets anders hebben dan het geestelijk lichaam.
Sterker nog, besef tijdens het aardse leven, dat het geestelijk lichaam het enige duurzame is, het enige verworvene, het enige bezit.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 111